- Gebruik kwalitatief goede batterijen
- Wees je bewust van de specificaties van de batterij die je gebruikt zoals mAH en AMP (A)
- Laat ze niet rondslingeren en ruim ze netjes op in een daarvoor bestemd doosje of zakje
- Controleer de batterijspanning na het opladen (=< 4,2 Volt)
- Plaats de batterij niet verkeerd om in je device
- In principe geen batterijen stapelen
- Laadt de batterij op als de spanning van de batterij te laag is (< 3,4 Volt)
- Gebruik een kwalitatief goede oplader met druppelaar
- Als de batterij opgeladen is, haal hem dan van de oplader af en ook de oplader
- Vervang de batterij zodra je merkt dat de prestatie achteruit begint te gaan
- Meet ze regelmatig eens door
- Breng ze bij het KCA (klein chemisch afval) als ze op zijn
- Zorg dat de bescherm rubbers (seals) altijd volledig intact zijn
- De batterij nooit met sleutels of kleingeld los in je broekzak vervoeren